De wijsheid van een oude appelboom
- de Waelde
- 19 okt
- 2 minuten om te lezen
Ik sta hier al zo lang dat ik de seizoenen niet meer tel. De wind heeft me gevormd, de zon heeft me gevoed, en de regen heeft me gewassen. Elk jaar zie ik mensen komen en gaan, vaak gehaast, soms zoekend naar rust. En dan komt de herfst — het seizoen waarin alles vertraagt, verkleurt, loslaat. Kom, leun even tegen mijn stam. Ik vertel je wat ik heb geleerd.
De schoonheid van verandering
De zomer is voorbij. Mijn bladeren kleuren langzaam van diepgroen naar goud, amber en roest. Mensen noemen het voor zichzelf soms verval, maar ik noem het verandering. Want in elke verkleuring schuilt een verhaal van groei. Alles wat ik deze zomer heb ontvangen — zon, regen, aandacht — geef ik nu weer terug aan de aarde. Het is geen einde, het is een cyclus.
Sta stil bij wat jij dit jaar hebt verzameld. Wat mag blijven, en wat mag je loslaten? Alles heeft zijn seizoen.
De kracht van rust en onderhoud
In de herfst komt de tuin zelf tot rust, maar de mensen in De Waelde Tuin zijn juist druk bezig. Zodra ik mijn blad heb verloren, e snoeien voorzichtig mijn takken, verwijderen het oude hout, verzorgen de grond met compost. Zo geef ik mijn energie niet langer aan groei, maar aan herstel. Rust is hier geen stilstand — het is voorbereiding.
Geef jezelf tijd om op te laden. Maak je huis klaar voor de winter, zorg goed voor je lichaam, en zoek stilte op. Herstel is óók groei.
Dankbaarheid voor wat was
Terwijl mijn laatste appels zijn geplukt, hoor ik het gelach van het team, en een diepe zucht; dit was de laatste oogst. De smaak van het verse sap al in gedachten. Dit is mijn oogst: niet alleen de vruchten, maar ook de verbinding die ik met hen voed. Alles wat ik gaf, komt in andere vormen terug — een glimlach, een drankje, een herinnering.
Wees dankbaar. Voor kleine momenten, voor de mensen om je heen, voor alles wat je hebt mogen ervaren. Dankbaarheid maakt het hart zacht.
Voorbereiden op de winter
Als de dagen korter worden, trek ik mijn energie langzaam terug in mijn wortels. Daar, diep onder de grond, rust ik. De wind mag waaien, de regen mag vallen — ik weet dat er weer een lente komt. En juist daarom durf ik nu te rusten.
Wees niet bang voor de donkere maanden. Gebruik ze om te vertragen, te voelen, te dromen. De winter is geen pauze, maar een belofte van nieuw begin.
Ik ben slechts een boom, maar ik draag eeuwen aan verhalen. En ieder jaar fluister ik dezelfde boodschap aan wie wil luisteren: je hoeft niets te forceren. De natuur heeft geen haast, en toch komt alles op tijd. Dus kom nog eens langs, voor de vorst valt. Ga onder me zitten, voel de aarde ademen, en weet — alles heeft zijn ritme.


Opmerkingen